Ik ben een man van middelbare leeftijd, en kom uit een orthodox christelijk gezin. Als kind en jonge man was ik, rechtlijnig opgevoed als ik was, altijd radicaal en overtuigd in de leer.
Naarmate ik ouder werd sloop de twijfel echter binnen. Deze twijfel werd steeds groter tot ik op zekere dag, naar aanleiding van een preek, besloot dat de bijbel niet het woord van God kon zijn. Er stonden naar mijn mening zoveel tegenstrijdigheden en ongerijmdheden in, dat dit niet de waarheid kon zijn. En in mijn binaire gedachtenwereld gold: als iets niet waar is, dan is het een leugen. Het is wit, of het is zwart.
Ik besloot echter niet om de kerk te verlaten, omdat ik een vrouw en kinderen had, en die wilde ik nog niet meteen hard confronteren met mijn radicale ommezwaai. (Met mijn vrouw heb ik het overigens wel gedeeld.)
Het was achteraf gezien een donkere periode in mijn leven. Want je haalt iets uit je leven, iets wat heel belangrijk voor je was. Dat laat een leegte achter, en die leegte was nog niet opgevuld. In die donkere zoektocht heb ik mijn vragen wel kunnen delen met mensen uit de Sjaloomkerk. Een aantal van hen wist van mijn worsteling, en ik weet zeker dat zij ook voor mij hebben gebeden. Niemand veroordeelde mij hierom, of schreef me af.
Uiteindelijk heb ik in die duisternis altijd als het ware een lichtpuntje gezien. Uiteindelijk kwam dat steeds dichterbij, en opende voor mij toch weer een weg naar God.
Ik heb het geloof weer teruggevonden, maar sta er nu wel anders, minder radicaal in. Ik ben opener geworden voor andere meningen en geloofsrichtingen. Ik heb geleerd dat er niet alleen zwart en wit is, maar ook veel kleuren daartussen. In het geloof is dat niet anders.